Chirurgische versus niet-chirurgische behandeling voor carpale-tunnel-syndroom

Operatie of behandeling zonder operatie: wat werkt beter bij het carpale-tunnel-syndroom?

Belangrijkste boodschappen

De kans op klinische verbetering na 6 tot 12 maanden is waarschijnlijk groter bij een operatie dan bij spalken. Het is onzeker welke van de twee behandelingen minder bijwerkingen heeft.

Na 6 tot 12 maanden is het onzeker of er een verschil is tussen een operatie en corticosteroïde-injecties op gebied van klinische verbetering en bijwerkingen.

In het algemeen hebben we niet genoeg vertrouwen in de werkzaamheid van een operatie bij mensen met carpale-tunnel-syndroom, omdat we geen studies hebben gevonden die een operatie vergelijken met een placebo-operatie of met geen behandeling. Meer onderzoek is nodig.

Wat is het carpale-tunnel-syndroom?

Het carpale-tunnel-syndroom is een aandoening waarbij de middelste zenuw in de pols wordt samengedrukt. Dit veroorzaakt gevoelloosheid, tintelingen en pijn in de duim, wijs- en middelvinger. In ernstige gevallen kan dit blijvend gevoelsverlies veroorzaken. Het samendrukken kan leiden tot spierzwakte of spierafbraak aan de basis van de duim.

Hoe wordt het carpale-tunnel-syndroom behandeld?

Behandelingen zonder operatie zoals spalken, corticosteroïde-injecties, oefeningen en manuele therapie worden meestal als eerste mogelijkheid voorgesteld. Een operatie wordt overwogen bij aanhoudende klachten en soms als eerste behandeling bij ernstige klachten.

Wat wilden we onderzoeken?

We wilden onderzoeken welke behandeling - een operatie of een behandeling zonder operatie - beter en minder schadelijk is voor het carpale-tunnel-syndroom.

Wat hebben we gedaan?

We zochten naar studies die een operatie vergeleken 1) met geen behandeling of een placebo-behandeling, en 2) met elke behandeling zonder operatie. We vergeleken de mate van klinische verbetering, de symptomen, de handfunctie, pijn en levenskwaliteit, evenals de bijwerkingen en nood aan een bijkomende operatie. We verzamelden en analyseerden de gegevens volgens Cochrane-methoden.

Wat hebben we gevonden?

We vonden 14 gerandomiseerde studies met 1231 deelnemers, (gemiddelde leeftijd 32-53 jaar; 84% vrouwen; 9 verschillende nationaliteiten uit Azië, Europa en Noord-Amerika). Bij gerandomiseerde studies worden deelnemers willekeurig toegewezen aan één van de behandelingen in de studie. Klachten hielden 31 weken tot 3,5 jaar aan en verschilden op vlak van ernst. Een operatie werd vergeleken met 1) spalken, 2) injectie met corticosteroïden, 3) spalken én een injectie met corticosteroïden, 4) injectie met bloedplaatjesrijk plasma, 5) manuele therapie (drie behandelsessies van 30 minuten met technieken om de gevoeligheid te verminderen, éénmaal per week), 6) verschillende soorten van niet-chirurgische behandeling (combinatie van zes bezoeken met therapie van de hand, aanpassing van de activiteit, niet-steroïdale ontstekingsremmers, spalken, gevolgd door ultrasone behandeling indien nodig), 7) niet-gespecificeerde medische behandeling en handondersteuning. Ook was er één studie die een injectie met corticosteroïden vergeleek met een operatie én een injectie met corticosteroïden. Twee studies lieten ook mensen toe die niet hadden gereageerd op een behandeling van minstens twee weken zonder operatie. De grootte van de studies varieerde van 22 tot 176 personen. Tien studies bekeken de resultaten na een lange periode van opvolging (meer dan 3 maanden, meestal 6 of 12 maanden).

We vonden geen studies waarin een operatie werd vergeleken met een placebo-operatie of met geen behandeling.

Belangrijkste resultaten

Omdat een operatie vaak wordt gebruikt voor de effecten op lange termijn, kijken we in deze samenvatting naar de opvolging op lange termijn (6 tot 12 maanden).

Operatie versus spalken

In vergelijking met spalken leidt een operatie waarschijnlijk tot een hogere (verdubbelde) kans op klinische verbetering, maar er is geen duidelijk voordeel op vlak van klachten, handfunctie of algemene gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit.

Het verschil in risico op bijwerkingen tussen een operatie en spalken is onzeker. Sommige deelnemers in de spalkgroep hadden alsnog een operatie ondergaan, waarvan ze schade hadden ondervonden. Toch vermindert een operatie waarschijnlijk de noodzaak voor volgende operaties.

Operatie versus injectie met corticosteroïden

Het is onzeker of een operatie beter is dan een injectie met corticosteroïden voor de klinische verbetering, vermindering van de klachten, risico op bijwerkingen en de noodzaak voor volgende operaties. Handfunctie of pijn verschillen waarschijnlijk niet veel.

Andere vergelijkingen

Een operatie helpt waarschijnlijk iets beter dan een combinatie van verschillende behandelingen zonder operatie om klachten te verminderen, maar biedt mogelijk geen voordelen voor andere uitkomsten.

Een operatie verhoogt waarschijnlijk de kans op klinische verbetering vergeleken met manuele therapie (1,6 keer hoger), maar biedt mogelijk geen voordelen voor andere uitkomsten.

Het is onzeker of een operatie beter is dan de combinatie van spalken en injectie met corticosteroïden.

Beperkingen van het bewijs

De grootste beperking is dat er geen bewijs is om te beslissen of een operatie beter is dan geen behandeling. Er is ook geen bewijs dat een operatie beter is dan de voortzetting van een behandeling zonder operatie bij mensen die van een behandeling zonder operatie geen verbetering ondervinden. Bovendien is het onduidelijk of een operatie meerdere langdurige voordelen zou hebben na meerdere jaren opvolging.

Ons vertrouwen in het bewijs met betrekking tot de verschillen tussen een operatie en een behandeling zonder operatie werd beperkt doordat de deelnemers in alle onderzoeken wisten welke behandeling ze kregen. Dit kan de beschrijving van hun uitkomsten hebben beïnvloed en dit kan leiden tot een onjuiste inschatting van het effect van hun behandeling. In twee grote onderzoeken, koos bovendien 40% van de deelnemers die waren toegewezen aan een behandeling zonder operatie, toch voor een operatie tijdens de studie. Toen de resultaten op lange termijn werden gemeten, hadden de patiënten de operatie al gehad. Als deze deelnemers geen operatie hadden ondergaan, zouden hun resultaten misschien slechter zijn geweest. Hierdoor zijn misschien de voordelen van een behandeling zonder operatie overschat.

Hoe up-to-date is het bewijs?

Het bewijs is up-to-date tot november 2022.

Translation notes: 

Vertaling door Annie Wittevrongel (Informatiemedewerker, Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent), namens Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com

Tools
Information