Belangrijkste boodschappen
- Persoonsgerichte interventies waarbij iemands aandacht uitgaat naar de ervaring van stress (zoals focussen op gedachten, gevoelens, gedrag) of juist weg van de ervaring van stress (zoals sporten, ontspannen) kunnen stress bij zorgverleners verminderen tot een jaar na de interventie.
- Een combinatie van persoonsgerichte interventies kan stress verminderen tot een paar maanden na de interventie.
- We weten niet of interventies die zich richten op werkgerelateerde risicofactoren op individueel niveau enig effect hebben op stress.
Wat is stress?
Er bestaat momenteel geen duidelijke definitie van (werkgerelateerde) stress. Dit literatuuroverzicht gaat over zorgverleners met een laag stressniveau tot matige spanning en burnout. Dit kan leiden tot depressie en angst, maar dat hoeft niet. Mensen met stress kunnen fysieke symptomen ervaren zoals hoofdpijn, spierspanning of spierpijn, maar ook mentale klachten zoals verminderde concentratie. Ze kunnen ook gedragsproblemen (zoals conflicten met andere mensen) en emotionele problemen (zoals emotionele instabiliteit) hebben.
Wat kan er gedaan worden aan stress bij zorgverleners?
Stress bij zorgverleners kan worden aangepakt op organisatieniveau, maar ook op niveau van de individuele persoon. Persoonsgerichte interventies voor stressmanagement proberen:
- de aandacht te richten op de ervaring van stress (gedachten, gevoelens, gedrag), bijvoorbeeld door cognitieve gedragstherapie of training in copingvaardigheden;
- de aandacht af te leiden van de stresservaring, bijvoorbeeld door yoga, Tai Chi, tekenen of acupunctuur;
- werkgerelateerde risicofactoren op individueel niveau te veranderen, zoals veranderingen in de taken op het werk.
Wat wilden we onderzoeken?
We wilden uitzoeken of verschillende soorten persoonsgerichte interventies voor stressmanagement beter zijn dan geen interventie (of een andere interventie) om stress te verminderen onder zorgverleners die momenteel effectief in de zorg actief zijn.
Wat hebben we gedaan?
We zochten naar studies die interventies voor stressmanagement bij zorgverleners bekeken en die stresssymptomen rapporteerden. Zorgverleners vertegenwoordigen een gevarieerde groep met uiteenlopende beroepen en opdrachten die allemaal op de een of andere manier diensten verlenen in de gezondheidszorg.
We vergeleken en vatten de resultaten van de studies samen. We beoordeelden ons vertrouwen in het bewijs op basis van factoren zoals onderzoeksmethoden en het aantal deelnemers.
Wat hebben we gevonden?
We vonden in totaal 117 studies waaraan in totaal 11 119 zorgverleners deelnamen. De meeste onderzoeken volgden hun deelnemers tot drie maanden en sommige tot 12 maanden, maar slechts enkele volgden de deelnemers langer dan een jaar.
We ontdekten dat interventies voor stressmanagement een effect kunnen hebben op stressreductie bij zorgverleners, ongeacht of ze de aandacht richten op de ervaring van stress of de aandacht er juist van af leiden. Dit effect kan tot een jaar na het einde van de interventie aanhouden. Een combinatie van interventies kan ook gunstig zijn, in ieder geval op de korte termijn. De langetermijneffecten, meer dan een jaar na het einde van de stressmanagement interventies, blijven onbekend. Hetzelfde geldt voor interventies die zich richten op werkgerelateerde risicofactoren (op individueel niveau).
Wat zijn de tekortkomingen van het bewijs?
De schattingen van de effecten van persoonsgerichte interventies voor stressmanagement kunnen vertekend zijn omdat de deelnemers in de studies niet geblindeerd waren. Ze wisten dus mogelijk of ze al dan niet behandeld werden of niet. Bovendien waren veel onderzoeken relatief klein, met andere woorden ze hadden niet veel deelnemers. Alles bij elkaar genomen is ons vertrouwen in de gevonden effecten verminderd.
Hoe up-to-date is het bewijs?
Het bewijs is up-to-date tot februari 2022.
Vertaling door Anne-Catherine Vanhove, Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com