Medische behandelingen voor eosinofiele slokdarmontsteking

Kernboodschappen

We ontdekten dat, hoewel corticosteroïden de symptomen van patiënten kunnen verbeteren, ze zeker de hoeveelheid allergische cellen (eosinofielen) verminderen, in vergelijking met placebo, voor kinderen en volwassenen met eosinofiele slokdarmontsteking. Corticosteroïden kunnen verbeteren hoe de ziekte eruit ziet bij visuele inspectie (endoscopie). Ze zijn mogelijk net zo veilig als een placebo (schijnbehandeling).

We ontdekten dat biologische geneesmiddelen (een soort behandeling waarbij stoffen gemaakt van levende organismen worden gebruikt om ziekten te behandelen) de symptomen van patiënten kunnen verbeteren in vergelijking met placebo, voor kinderen en volwassenen met eosinofiele slokdarmontsteking. Ze verminderen zeker de hoeveelheid allergische cellen en ze zijn mogelijk gelijkaardig aan placebo als men bekijkt hoe de ziekte eruit ziet bij visuele inspectie. Ze zijn mogelijk net zo veilig zijn als een placebo.

Wat is eosinofiele slokdarmontsteking?

Eosinofiele slokdarmontsteking is een langdurige allergische aandoening waarbij de slokdarm ontstoken raakt (pijnlijk wordt). Dit kan leiden tot slikproblemen, braken, brandend maagzuur en pijn op de borst en maagpijn. Deeltjes in voedsel of de lucht veroorzaken een allergische reactie van het immuunsysteem en produceren immuuncellen die eosinofielen worden genoemd. Deze stapelen zich op in de slokdarm, de verbinding tussen de mond en de maag. Eosinofiele slokdarmontsteking werd voor het eerst gevonden in de jaren '90 en wordt sindsdien erkend als een belangrijke spijsverteringsziekte. Het is niet bekend wat de oorzaak is, maar het kan te maken hebben met genetische aanleg in combinatie met omgevingsfactoren. Mensen met eosinofiele slokdarmontsteking hebben vaak ook andere allergieën. Op dit moment kan men eosinofiele slokdarmontsteking niet volledig genezen. Daarom is een langdurige behandeling noodzakelijk. Standaardbehandelingen zijn onder andere aangepaste eetgewoonten, uitrekken van de slokdarm en geneesmiddelen zoals corticosteroïden, biologische geneesmiddelen en protonpompremmers (een groep van maagzuurremmers).

Wat wilden we onderzoeken?

We wilden onderzoeken of de beschikbare medische behandelingen voor eosinofiele slokdarmontsteking werken bij (1) het verbeteren van de symptomen van patiënten, (2) het verminderen van de hoeveelheid allergische cellen wanneer deze onder een microscoop worden gemeten, en (3) het verbeteren van hoe de ziekte eruit ziet bij visueel onderzoek (via endoscopie). We wilden ook weten hoe veilig de behandelingen zijn en of ze de levenskwaliteit verbeteren.

Wat hebben we gedaan?

We zochten naar gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (onderzoeken waarbij mensen via een willekeurige methode worden toegewezen aan één van twee of meer behandelingsgroepen). Deze onderzoeken moeten een medische behandeling voor eosinofiele slokdarmontsteking vergelijken met een andere medische behandeling, zowel bij volwassenen als bij kinderen.

Wat hebben we gevonden?

We vonden 41 studies met 3253 deelnemers. Elf studies waren alleen bij kinderen uitgevoerd, terwijl de rest een mix van kinderen en volwassenen betrof. We identificeerden 19 vergelijkingen. In deze samenvatting presenteren we de resultaten van de twee belangrijkste vergelijkingen: corticosteroïden vergeleken met placebo en biologische geneesmiddelen vergeleken met placebo.

We ontdekten dat corticosteroïden de symptomen van patiënten mogelijk meer verbeteren dan placebo. We zijn er zeer zeker van dat corticosteroïden beter zijn dan placebo in het verminderen van de hoeveelheid eosinofielen (allergische cellen) wanneer deze onder een microscoop worden gemeten. Corticosteroïden verbeteren mogelijk meer hoe de ziekte eruit ziet bij visueel onderzoek (endoscopie) dan placebo. We hebben ook gevonden dat mensen die corticosteroïden gebruiken mogelijk minder vaak een studie verlaten vanwege ongewenste of schadelijke effecten (bijwerkingen). Ze ervaren waarschijnlijk ongeveer even veel ernstige bijwerkingen en bijwerkingen in het algemeen in vergelijking met placebo. Er is mogelijk geen verschil tussen corticosteroïden en placebo in de verbetering van de levenskwaliteit.

We stelden vast dat biologische geneesmiddelen de symptomen van patiënten mogelijk meer verbeteren dan placebo. Waarschijnlijk zijn biologische geneesmiddelen beter dan placebo in het verminderen van de hoeveelheid allergische cellen wanneer ze onder een microscoop worden gemeten. Biologische geneesmiddelen verschillen mogelijk niet van placebo wat betreft de verbetering van de ziekte bij visueel onderzoek. Mensen die biologische geneesmiddelen gebruiken, maken mogelijk evenveel kans om een onderzoek te verlaten vanwege bijwerkingen als mensen die een placebo nemen. Ze hebben mogelijk evenveel ernstige bijwerkingen en een vergelijkbaar aantal totale bijwerkingen. Er is mogelijk geen verschil tussen biologische geneesmiddelen en placebo in de verbetering van de levenskwaliteit.

Wat zijn de tekortkomingen van het bewijs?

Het bewijs bij kinderen was vrij beperkt en we weten niet of de bovenstaande conclusies zonder meer van toepassing zijn op kinderen. Een andere tekortkoming van het bewijs is dat de uitkomsten op veel verschillende manieren werden gemeten, wat onze conclusies kan hebben verzwakt. Andere behandelingen die door de deelnemers werden gebruikt, verschilden ook erg tussen personen en kunnen onze conclusies hebben beïnvloed. Tot slot waren we beperkt in de conclusies die we konden trekken over de effecten van geslacht, leeftijd, ernst van de ziekte, dosering en type corticosteroïden of biologisch medicijn.

Hoe up-to-date is dit literatuuroverzicht?

Dit literatuuroverzicht is up-to-date tot 3 maart 2023.

Translation notes: 

Vertaling door Pascal Claes en Anne-Catherine Vanhove, Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com

Tools
Information