Belangrijkste punten
- Psychologische behandelingen gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (die zich richt op het veranderen van gedachten en gedrag) hebben waarschijnlijk kleine positieve effecten op depressie, kwaliteit van leven en dagelijkse activiteiten bij mensen met dementie of milde cognitieve stoornissen.
- Er is niet genoeg bewijs om te weten of psychologische behandelingen helpen bij angst bij mensen met dementie of milde cognitieve stoornissen.
- Er is meer bewijs nodig voor verschillende soorten psychologische behandelingen en welke behandelingen voor welke mensen het beste zijn.
Wat zijn dementie en milde cognitieve stoornissen?
Dementie is een aandoening waarbij problemen ontstaan met cognitie (geheugen en denkvermogen). Iemand met dementie is niet langer in staat om al zijn dagelijkse activiteiten zelfstandig uit te voeren. Milde cognitieve stoornissen zijn minder ernstig en hebben geen belangrijk effect op dagelijkse activiteiten. Sommige mensen met milde cognitieve stoornissen ontwikkelen later dementie.
Wat bedoelen we met psychologische behandelingen?
Psychologische behandelingen, ook wel 'gesprekstherapieën' genoemd, zijn gebaseerd op psychologische theorieën. Hierbij werkt een therapeut samen met één persoon of een kleine groep mensen om aanpakken te ontwikkelen om hun leven beter te maken. Deze behandelingen kunnen worden aangepast voor mensen met cognitieve stoornissen.
Wat wilden we onderzoeken?
Depressie en angst komen vaak voor bij mensen met dementie en milde cognitieve stoornissen, maar de beste manier om ze te behandelen is onduidelijk. Medicijnen die veel gebruikt worden om deze problemen te behandelen zijn mogelijk niet effectief bij mensen met dementie. Ze kunnen ook bijwerkingen veroorzaken.Veel richtlijnen raden dus aan om eerst psychologische behandelingen te proberen. We waren geïnteresseerd in psychologische behandelingen die gericht zijn op het verminderen van symptomen van angst of depressie of op het verbeteren van het emotionele welzijn van mensen met dementie of milde cognitieve stoornissen. Er zijn verschillende soorten psychologische behandelingen. We wilden uitzoeken hoe effectief elke behandeling is voor symptomen van depressie en angst bij mensen met dementie of milde cognitieve stoornissen. We wilden ook weten wat de effecten waren op de kwaliteit van leven, het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren en het denkvermogen. We wilden weten of de behandelingen ook ongewenste effecten hadden.
Wat hebben we gedaan?
We zochten naar studies die een psychologische behandeling vergeleken met gebruikelijke zorg, of met gebruikelijke zorg plus een behandeling die geen specifieke psychologische behandeling was.
We verdeelden de psychologische behandelingen in verschillende types op basis van de achterliggende theorie en de inhoud van de behandelsessies, en we bekeken elke type afzonderlijk. We hebben de resultaten van de studies samengevat. We beoordeelden ons vertrouwen in het bewijs op basis van factoren zoals onderzoeksmethoden en het aantal deelnemers.
Wat hebben we gevonden?
We vonden 29 studies waaraan 2599 mensen met dementie of milde cognitieve stoornissen deelnamen. Het meeste bewijs ging over behandelingen gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (CGT, gericht op veranderen van gedachten en gedrag) en over behandelingen gericht op het ondersteunen van welzijn, die we counseling en ondersteunende therapieën noemden. We vonden ook een zeer klein aantal studies over mindfulness-gebaseerde cognitieve therapie en interpersoonlijke therapie. De meeste onderzoeken keken naar het effect op depressie, maar heel weinig onderzoeken hadden angst als uitkomst.
Het bewijs dat we hebben gevonden suggereert dat:
- CGT-gebaseerde behandelingen verbeteren waarschijnlijk de symptomen van depressie, de kwaliteit van leven en het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren aan het einde van de behandelperiode bij mensen met dementie of milde cognitieve stoornissen, hoewel de effecten klein waren. We zijn niet zeker van een effect op angst. Er was enig bewijs dat het effect op depressie afhankelijk zou kunnen zijn van hoe ernstig de symptomen van depressie waren voor het begin van de behandeling, of mensen de diagnose dementie of milde cognitieve stoornissen hadden en welk type behandeling werd gebruikt. Er is echter meer onderzoek nodig om hier zeker van te zijn.
- Ondersteunende en counselingbehandelingen hebben mogelijk geen effect op symptomen van depressie aan het einde van de behandeling. Er was niet genoeg bewijs om te weten of ze een effect hadden op angst.
- We zijn niet zeker over het effect van op mindfulness gebaseerde therapieën of interpersoonlijke therapie, omdat er zeer weinig onderzoeken naar deze behandelingen zijn gedaan.
Er was beperkte informatie over ongewenste effecten van de behandelingen.
We vonden ook 14 lopende onderzoeken. We kunnen dus verwachten dat er de komende jaren meer bewijs over onze vraag beschikbaar komt.
Wat zijn de beperkingen van het bewijs?
We zijn matig zeker over de kleine positieve effecten van CGT-gebaseerde behandelingen op depressie, kwaliteit van leven en dagelijkse activiteiten, maar waren minder zeker over andere uitkomsten. De meeste mensen in het literatuuroverzicht hadden lichte tot matige dementie, dus de resultaten zijn mogelijk niet van toepassing op mensen met milde cognitieve stoornissen of ernstigere dementie. Slechts enkele onderzoeken includeerden alleen mensen met een belangrijke mate van depressie vóór de behandeling, hoewel dit de mensen zijn die in de praktijk het vaakst een behandeling aangeboden krijgen. Er is nog onvoldoende bewijs om te kunnen zeggen welke mensen het meeste baat hebben bij welke psychologische behandelingen.
Hoe up-to-date is het bewijs?
Dit literatuuroverzicht is up-to-date tot februari 2021.
Vertaling door Pascal Claes, Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com