Wat zijn ontwrichte heupen en ondiepe heupkommen?
Ontwrichte heupen en ondiepe heupkommen ontstaan wanneer de kop aan het uiteinde van het dijbeen en de kom van het bekken niet goed in elkaar passen. De medische term is heupdysplasie (in het Engels: "developmental dysplasia of the hip, DDH). Ondiepe heupkommen komen voor bij 10 op 1000 pasgeborenen, maar ontwrichte heupen zijn zeldzamer en komen voor bij 1 op 1000 pasgeborenen. Heupen kunnen ontwricht zijn, instabiel (d.w.z. gemakkelijk uit de kom raken tijdens het onderzoek) of stabiel (d.w.z. in het gewricht blijven tijdens het onderzoek).
Hoe worden deze heupen behandeld?
Ondiepe heupkommen en ontwrichte heupen worden gewoonlijk behandeld met heupspalken. Spalken sturen de beweging van de benen om de heupen in de kom te geleiden, zodat de heup op natuurlijke wijze verbetert. Er zijn spalken die de benen in één vaste positie houden, de "statische spalken", of spalken die de benen enige bewegingsvrijheid geven, de "dynamische spalken". Soms bevelen artsen het gebruik van dubbele luiers aan. Die zijn volumineus en drukken de benen zachtjes uit elkaar om als een soort spalk te werken.
Wat wilden we onderzoeken?
We wilden weten hoe succesvol spalken was, en of er groepen baby's waren voor wie de beste behandeling zou kunnen verschillen. We hebben ons gericht op de ontwikkeling van de heupkom, of er verdere operaties nodig zijn, en de complicaties tot twee jaar na de behandeling. We waren ook geïnteresseerd in factoren die volgens de ouders belangrijk zijn, zoals de mogelijkheid om borstvoeding te geven en de band tussen de ouders en de baby.
Wat hebben we gedaan?
We zochten naar studies die spalken voor ondiepe heupkommen en ontwrichte heupen onderzochten bij baby's jonger dan zes maanden. We waren geïnteresseerd in studies die het gebruik van het ene type spalk vergeleken met een andere spalk, of het gebruik van een spalk vergeleken met geen behandeling. We namen studies op die baby's willekeurig in verschillende behandelingsgroepen verdeelden en studies die baby's niet willekeurig verdeelden. In de studies die de baby's niet willekeurig verdeelden, koos de arts meestal in welke groep de baby werd ingedeeld. Hoewel deze studies met niet-willekeurige verdeling bijdroegen aan de discussie, zijn onze conclusies grotendeels gebaseerd op de resultaten van de studies die de baby's wel willekeurig verdeelden.
We hebben de resultaten van de studies vergeleken en samengevat, en ons vertrouwen in het bewijs beoordeeld op basis van factoren zoals onderzoeksmethoden en het aantal deelnemers.
Wat hebben we gevonden?
We vonden zes studies die in totaal 576 baby's willekeurig verdeelden en 16 studies die 8237 baby's niet willekeurig verdeelden.
Vijf studies hadden geen commerciële financiering, drie studies verklaarden dat er geen financiering was en 14 studies vermeldden de financieringsbron niet.
Belangrijkste resultaten
Vergelijken van onmiddellijk dynamisch spalken met vertraagd dynamisch of niet spalken
Vier studies vergeleken dynamisch spalken bij de eerste diagnose met een strategie waarbij tot 12 weken na de diagnose werd gewacht alvorens met de behandeling te beginnen. Twee studies keken naar stabiele ondiepe heupen, één naar onstabiele ondiepe heupen en één naar een combinatie van beide. Geen van de studies keek naar ontwrichte heupen.
Bij de heupen die niet uit de kom waren, keken twee studies naar de ontwikkeling van de kom op 1 jaar. Er was geen duidelijk bewijs dat spalken of het uitstellen van spalken tot een verschil in die ontwikkeling leiden. Verder bleek uit twee studies bij kinderen met stabiele heupen dat na twee jaar de ontwikkeling van de kom niet verschilde door uitstel van het spalken. Geen enkele studie vermeldde resultaten 5 jaar na de behandeling.
Uitstel van de start van de behandeling leidde in drie studies niet tot een toename van het aantal complicaties of van het aantal latere operaties. In één studie waren er twee baby's die geopereerd moesten worden in de dynamische spalkgroep.
In twee studies werd gekeken naar een belangrijke complicatie, "avasculaire necrose" genaamd, waarbij de bloedtoevoer naar de heup wordt beschadigd. In geen van beide studies werden heupen hierdoor aangetast.
Vergelijken van onmiddellijk dynamisch spalken met vertraagd dynamisch of niet spalken
Geen van de studies waarbij baby's willekeurig werden ingedeeld vergeleek deze behandelingen.
Vergelijken van dubbele luiers met enkele luiers
Eén studie vergeleek dubbele luiers met enkele luiers, maar beschreef geen relevante resultaten.
Vergelijken tussen dynamisch en statisch spalken
Eén studie meldde geen enkel geval van avasculaire necrose bij beide behandelingen.
Vergelijken van onmiddellijke verwijdering van de spalk aan het einde van de behandeling met geleidelijke verwijdering
Geen van de studies waarbij baby's willekeurig werden ingedeeld vergeleek deze behandelingen.
Algemene samenvatting
Slechts 576 baby's waren betrokken bij studies waar ze willekeurig werden verdeeld om de beste behandelingen voor heupdysplasie te vinden. Bij de stabiele heupen was er geen duidelijk bewijs voor behandeling met spalken op enig tijdstip. Voor instabiele heupen had een uitstel van de behandeling tot zes weken vergelijkbare resultaten na één jaar, met minder heupen die behandeld moesten worden.
De resultaten van studies waarbij de baby's niet willekeurig werden ingedeeld ondersteunden de bevindingen van de studies waar ze wel willekeurig werden ingedeeld, maar boden geen extra duidelijkheid.
Wat zijn de tekortkomingen van het bewijs?
Wij hadden geen vertrouwen in het bewijs omdat we slechts enkele studies vonden, die klein waren, met weinig baby's die willekeurig in behandelingsgroepen werden geplaatst. Bovendien werden de studies uitgevoerd bij verschillende soorten baby's en leverden niet alle studies gegevens op over alles wat we wilden weten.
Hoe up-to-date is het bewijs?
Het bewijs is up-to-date tot november 2021.
Vertaling door Anne-Catherine Vanhove, Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com