Belangrijkste boodschappen
- We zijn onzeker of behandelingen helpen om opflakkeringen te voorkomen en de achteruitgang vertragen. We vonden wel bewijs dat rituximab na twee jaar en interferon bèta-1b na drie jaar behandeling het aantal mensen dat een opflakkering krijgt waarschijnlijk licht vermindert.
- Het aantal mensen dat stopt met een geneesmiddel vanwege bijwerkingen is iets hoger bij interferon bèta-1a, en waarschijnlijk iets hoger bij interferon bèta-1b, rituximab, immunoglobulinen, glatirameeracetaat, natalizumab, fingolimod, siponimod en ocrelizumab.
- Langere onderzoeken die de verschillende behandelingen vergelijken zijn nodig om de voordelen en ongewenste effecten te beoordelen van medicijnen die in de loop van de tijd inwerken op het immuunsysteem bij mensen met progressieve multiple sclerose. Toekomstige studies moeten ook rekening houden met andere uitkomsten die belangrijk zijn voor mensen met progressieve multiple sclerose, zoals kwaliteit van leven en het vermogen om te denken, te leren, te onthouden, te oordelen en beslissingen te nemen.
Achtergrond
Multiple sclerose wordt veroorzaakt door ontstekingen van de hersenen en de wervelkolom als gevolg van een verstoring van het immuunsysteem. Dat leidt tot schade die geleidelijk de activiteiten van het dagelijks leven beperkt. Mensen met multiple sclerose ervaren meestal vermoeidheid, pijn, spierkrampen en vermindering of verlies van gevoel en kracht in delen van hun lichaam. Het optreden van symptomen wordt een 'opflakkering' of 'schub' (relapse) genoemd en wordt meestal gevolgd door geleidelijk herstel ('remissie'), in wat bekend staat als 'relapsing remitting' multiple sclerose. Als er geen of onvolledig herstel optreedt tussen de terugvallen in, staat dit bekend als 'progressieve' multiple sclerose.
Na verloop van tijd wordt bij de meeste mensen met relapsing remitting multiple sclerose de achteruitgang erger, zonder herstel. Dit staat bekend als 'secundair progressieve' multiple sclerose. In ongeveer 15 op de 100 gevallen vertoont multiple sclerose een progressief verloop vanaf het begin, zonder opflakkeringen en herstel. Dit wordt 'primair progressieve' multiple sclerose genoemd.
Multiple sclerose komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen en het begint meestal tussen de 30 en 50 jaar.
Hoe wordt multiple sclerose behandeld?
Hoewel multiple sclerose niet te genezen is, kunnen zogenaamde ziekte-onderdrukkende medicijnen de frequentie van opflakkeringen verminderen en de achteruitgang vertragen of uitstellen. Er zijn minder behandelingen beschikbaar voor progressieve multiple sclerose dan voor andere vormen van de ziekte, maar de laatste jaren zijn er meer goedgekeurd.
Wat wilden we onderzoeken?
We wilden erachter komen:
- welke behandelingen het meeste voordeel opleveren, met betrekking tot het aantal mensen met een vermindering van het aantal opflakkeringen of een achteruitgang; en
- of een geneesmiddel beter wordt verdragen dan een ander geneesmiddel of minder bijwerkingen veroorzaakt.
Wat hebben we gedaan?
We zochten naar onderzoeken die verschillende ziekte-onderdrukkende behandelingen met elkaar of met placebo ('dummy' of schijnbehandeling) vergeleken. We hebben de resultaten van de studies vergeleken en samengevat. We beoordeelden ons vertrouwen in het bewijs op basis van factoren zoals onderzoeksmethoden en het aantal deelnemers.
Wat hebben we gevonden?
We vonden 23 onderzoeken met in totaal 10.167 mensen met progressieve multiple sclerose die gedurende ten minste één jaar werden behandeld met een ziekte-onderdrukkend geneesmiddel of placebo. Het aantal deelnemers aan de onderzoeken varieerde van 27 tot 1651. De meeste onderzoeken duurden 12 of 24 maanden, en slechts vier onderzoeken duurden langer dan 24 maanden. De meeste geïncludeerde onderzoeken werden uitgevoerd door farmaceutische bedrijven om goedkeuring te krijgen voor de verkoop van het geneesmiddel. Twintig onderzoeken vergeleken ziekte-onderdrukkende behandelingen met placebo en drie onderzoeken vergeleken verschillende ziekte-onderdrukkende behandelingen met elkaar.
We zijn ervan overtuigd dat iets meer mensen stoppen met interferon bèta-1a vanwege bijwerkingen in vergelijking met placebo.
We zijn redelijk zeker dat rituximab na twee jaar en interferon bèta-1b na drie jaar behandeling het aantal mensen met een opflakkering licht vermindert. Iets meer mensen stoppen met interferon bèta-1b, rituximab, immunoglobulinen, glatirameeracetaat, natalizumab, fingolimod, siponimod en ocrelizumab vanwege bijwerkingen, vergeleken met placebo.
We zijn onzeker over het effect van de andere onderzochte behandelingen op het aantal mensen met een opflakkering, het aantal mensen met achteruitgang, het aantal mensen dat stopt met het medicijn vanwege bijwerkingen en het aantal mensen met ernstige bijwerkingen.
Wat zijn de beperkingen van het bewijs?
Ons vertrouwen in de effecten van ziekte-onderdrukkende medicijnen is zeer beperkt. Het bewijs was gebaseerd op relatief kleine aantallen mensen met opflakkeringen en achteruitgang. We waren ook bezorgd dat de belangen van farmaceutische bedrijven de rapportage van de resultaten beïnvloed zou kunnen hebben.
Hoe up-to-date is het bewijs?
Het bewijs is up-to-date tot 8 augustus 2022.
Vertaling door Demy Idema namens Cochrane Nederland en Cochrane België. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane@umcutrecht.nl