Belangrijkste boodschappen
- Varenicline (een geneesmiddel dat het verlangen naar nicotine vermindert) vergeleken met een placebo (een nepmiddel), helpt waarschijnlijk mensen met HIV die roken om zes maanden of langer te stoppen met roken. Varenicline geeft mogelijk geen verhoogde kans op ernstige bijwerkingen.
- We weten niet of andere aanpakken die gebruikt worden om mensen te helpen stoppen met tabak ook bij mensen met HIV kunnen helpen om zes maanden of langer te stoppen. Dit komt omdat we niet genoeg informatie hebben gevonden.
- Onderzoeken moeten in de toekomst meer deelnemers bevatten en informatie geven over ernstige bijwerkingen.
Waarom is het gebruik van tabak bij mensen met HIV een probleem?
Wereldwijd gebruiken veel mensen met HIV tabak. Met tabak bedoelen we het blad van de tabaksplant en zijn producten. Ze gebruiken de tabak door het bijvoorbeeld te roken, pruimen, zuigen of snuiven. Het gebruik van tabak veroorzaakt een reeks gezondheidsproblemen en veel sterfgevallen. Mensen raken verslaafd aan de nicotine in tabak en vinden het moeilijk om ermee te stoppen. Het aantal rokers met HIV is ongeveer vier keer hoger dan het aantal rokers in de algemene bevolking. Helaas kunnen mensen met HIV ongeveer 12 jaar van hun leven verliezen door te roken, zelfs als ze toegang hebben tot een goede HIV-behandeling. Dit is meer dan twee keer zoveel als het aantal jaren dat ze waarschijnlijk verliezen door de HIV-infectie zelf.
Hoe kunnen mensen met HIV stoppen met het gebruik van tabak?
Aanpakken die worden gebruikt om mensen te helpen stoppen zijn medicijnen zoals nicotinevervangende therapie, varenicline en cytisine (medicijnen die het verlangen naar nicotine verminderen), en bupropion (een antidepressivum). Andere aanpakken zijn gedragstherapieën zoals informatie over de risico's van roken (kort advies), of individuele of groepsbegeleiding (gedragsondersteuning). Sommige gezondheidsdiensten proberen de manier waarop ze zorg leveren te veranderen (systeemverandering). Het is onduidelijk of deze aanpakken mensen met HIV kunnen helpen om te stoppen met het gebruik van tabak.
Wat wilden we onderzoeken?
We wilden de beste aanpakken vinden om mensen met HIV te helpen stoppen met het gebruik van tabak. Verder wilden we kijken of er bijwerkingen waren.
Wat hebben we gedaan?
We zochten studies die aanpakken om te stoppen onderzochten en die specifiek gericht zijn op volwassenen met HIV. Verder zochten we studies over systeemveranderingen die gericht zijn op mensen met HIV die zorg ontvangen. De studies mochten ook gericht zijn op zorgpersoneel dat in deze zorginstellingen werkt. Studies konden aanpakken om te stoppen vergelijken met een andere aanpak, met een placebo (nepmiddel) of geen behandeling. We namen alleen studies op die het stoppen met tabak onderzochten voor zes maanden of langer. Het stoppen moest bij voorkeur vastgesteld worden met een chemische test. We wilden ook weten of de aanpakken om te stoppen ernstige bijwerkingen veroorzaakten.
We hebben de resultaten van de studies vergeleken en samengevat. We beoordeelden ons vertrouwen in het bewijs op basis van zaken zoals onderzoeksmethoden en het aantal deelnemers.
Wat hebben we gevonden?
We vonden 17 onderzoeken met in totaal 9959 deelnemers. Twaalf onderzoeken vonden plaats in de Verenigde Staten. Vijftien onderzoeken onderzochten stoppen met roken, zowel individueel als in groep. Twee studies evalueerden veranderingen in de zorg voor mensen met HIV die een zorginstelling bezochten.
Gedragsondersteuning of systeemverandering vergeleken met geen gedragsondersteuning of minder intensieve gedragsondersteuning.
- Er was geen duidelijk bewijs dat gedragsondersteuning doeltreffender was dan een kort advies of geen ondersteuning bij het stoppen met tabak (7 onderzoeken, 2314 mensen).
- Er werd een verandering onderzocht in hoe patiënten doorgestuurd werden naar een hulplijn om te stoppen met het gebruik van tabak. In plaats van een fax te sturen naar de hulplijn, werd de hulplijn gebeld en het gesprek meteen doorverbonden met de patiënt terwijl de patiënt nog in het ziekenhuis is. Dit onderzoek bewees niet duidelijk dat hierdoor meer mensen stopten met het gebruik van tabak (1 onderzoek, 25 mensen).
- Geen enkel onderzoek in deze vergelijking beoordeelde ernstige bijwerkingen.
Geneesmiddelen om te stoppen met tabak vergeleken met placebo, geen geneesmiddel of een ander type geneesmiddel.
- Varenicline helpt waarschijnlijk mensen met HIV om te stoppen met roken vergeleken met een placebo (2 onderzoeken, 427 deelnemers).
- Een aantal aanpakken werden in slechts een studie bekeken. Gedragsondersteuning met nicotinevervangende therapie werd vergeleken met kort advies. Gedragsondersteuning met nicotinevervangende therapie werd vergeleken met enkel gedragsondersteuning. Varenicline werd vergeleken met nicotinevervangende therapie. Tot slot werd cytisine vergeleken met nicotinevervangende therapie. Het bewijs toonde niet aan dat één van deze aanpakken hielp om te stoppen met het gebruik van tabak.
- Er zijn misschien niet meer bijwerkingen met varenicline dan met placebo (2 onderzoeken, 427 deelnemers). Er is mogelijk geen verschil in het aantal mensen dat ernstige bijwerkingen kreeg bij een vergelijking tussen gedragsondersteuning met nicotinevervangende therapie en gedragsondersteuning alleen (1 onderzoek, 560 mensen). Geen enkele studie onderzocht ernstige bijwerkingen voor gedragsondersteuning met nicotinevervangende therapie vergeleken met kort advies, varenicline vergeleken met nicotinevervangende therapie, en cytisine vergeleken met nicotinevervangende therapie.
Wat zijn de beperkingen van het bewijs?
Ons vertrouwen in het bewijs is matig tot zeer laag. Er waren vooral niet genoeg onderzoeken om zeker te zijn van de resultaten. Soms beschikten we niet over alle nodige informatie om de kwaliteit van de onderzoeken te beoordelen.
Hoe up-to-date is het bewijs?
Dit literatuuroverzicht is een update van ons vorig literatuuroverzicht. Het bewijs is up-to-date tot december 2022.
Vertaling door Annie Wittevrongel en Muguet Koobasi (Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent) namens Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com