Cognitieve gedragstherapie en derde generatie behandelingen voor angst en gelijkaardige problemen bij ouderen

Werkt cognitieve gedragstherapie (CGT) beter dan minimale standaardzorg of andere psychologische behandelingen voor oudere volwassenen met angststoornissen?

Belangrijkste boodschappen

- Wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat cognitieve gedragstherapie (CGT) mogelijk angst kan verminderen, vergeleken met minimale standaardzorg (zonder psychologische therapie). Het is echter mogelijk dat de vermindering van angst niet blijvend is. Na zes maanden is er mogelijk geen verschil meer tussen de behandelingen.

- Door een gebrek aan bewijs weten we niet of CGT beter of slechter is dan andere psychologische behandelingen.

- Grotere, goed ontwikkelde studies zijn nodig om te bepalen of ouderen met angstklachten die CGT krijgen volledig herstellen of verbeteren.

Wat is cognitieve gedragstherapie voor oudere volwassenen met een angststoornis en waarom kan het belangrijk zijn?

Angststoornissen zijn een veelvoorkomend mentaal gezondheidsprobleem bij oudere volwassenen. Angststoornissen worden gekenmerkt door te veel angst, zorgen en zenuwachtigheid in normale situaties of tijdens normale activiteiten. Mensen die lijden aan angststoornissen ervaren lichamelijke klachten zoals hartkloppingen, zweten, trillen, misselijkheid en moeilijkheden om te ademen. Hierdoor proberen mensen met angststoornissen meestal situaties of activiteiten te vermijden waarbij ze te veel en intense angst ervaren. Angststoornissen maken het moeilijk om normaal te leven en te functioneren.

Een gegeneraliseerde angststoornis (GAD) betekent dat iemand zich te veel en voortdurend zorgen maakt over alledaagse dingen zoals werk, geld, familie, gezondheid en andere dagelijkse activiteiten. Er is geen duidelijke reden voor die zorgen.

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een doeltreffende behandeling voor angststoornissen bij volwassenen en kan ook goed werken bij ouderen. CGT helpt mensen met angst door hen stap voor stap bloot te stellen aan situaties die angst oproepen. Ze proberen vervolgens vervolgens de negatieve gedachten te veranderen. CGT kan zowel in groepssessies als in individuele sessies worden gegeven.

Wat wilden we onderzoeken?

We wilden onderzoeken of CGT beter is voor oudere volwassenen (ouder dan 55 jaar) met een angststoornis dan minimale standaardzorg (basisondersteuning waarbij geen therapie wordt gegeven). We wilden ook onderzoeken of CGT beter werkt dan andere psychologische behandelingen bij die ouderen. Tot slot wilden we weten of het hun levenskwaliteit verbetert.

Wat hebben we gedaan?

We zochten naar studies die:

- CGT vergeleken met minimale standaardzorg;

- CGT vergeleken met andere psychologische behandelingen.

We hebben de resultaten van de studies samengevat. We beoordeelden ons vertrouwen in het bewijs op basis van zaken zoals de gebruikte methoden en het aantal deelnemers.

Samenvatting van de resultaten

Wat hebben we gevonden?

We vonden 21 onderzoeken waaraan 1234 ouderen (ouder dan 55 jaar) met angststoornissen deelnamen. De grootste studie omvatte 180 mensen en aan de kleinste studie namen negen mensen deel. Er werden onderzoeken gedaan in zeven landen. Tien studies richtten zich op gegeneraliseerde angststoornis (GAD). De meeste onderzoeken vergeleken CGT met minimale standaardzorg (standaardzorg zoals geruststellen of advies zonder psychologische therapie). Slechts twee onderzoeken vergeleken CGT met een andere psychologische behandeling.

Belangrijkste resultaten

We vonden dat CGT kan leiden tot een kleine of middelmatige vermindering van angst, piekeren en depressie na de behandeling, vergeleken met minimale standaardzorg. Het is echter mogelijk dat deze effecten niet blijvend zijn. Na zes maanden is er mogelijk weinig of geen verschil meer tussen CGT en minimale standaardzorg. Er is onvoldoende bewijs om te vast te stellen of CGT leidt tot volledig herstel of een vermindering van de symptomen. Er is ook onvoldoende bewijs om vast te stellen of CGT beter werkt dan andere psychologische behandelingen voor oudere volwassenen met angststoornissen.

Belangrijkste beperkingen van het bewijs

We hebben weinig vertrouwen in het bewijs omdat de onderzoeken erg verschillend waren met grote verschillen op vlak van hun kwaliteit. Ook onderzochten de meeste studies ouderen met een gegeneraliseerde angststoornis. De deelnemers wisten ook welke behandeling ze kregen. Deze kennis kan een invloed hebben op deze resultaten. Slechts twee onderzoeken onderzochten CGT in vergelijking met een andere psychologische behandeling. Deze onderzoeken gaven niet genoeg bewijs om conclusies te trekken.

Het bewijs is up-to-date tot 12 februari 2024

Translation notes: 

Vertaling door Nele Pauwels (Informatiedeskundige Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent), namens Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com

Tools
Information